Terug
Verhalen uit de Metro
door: H.J.H. Faas
De Wereldbouwplaats
Computercommunicatie is in. Steeds meer mensen ondekken de voordelen (en
nadelen) van de digitale wereld. Mensen zonderen zich af van de gemeenschap
en richten zich op hun computerscherm. Terwijl overheid, bedrijven en andere
instanties zich zorgen maken over de toekomst van computernetwerken zoals
Internet, gebruiken de individuele burgers hun fantasie en scheppen een heel
eigen, nieuwe wereld. De Digitale Stad in Amsterdam biedt onderdak aan zo'n
nieuwe gemeenschap: de Digitale Metro.
'Bovenaan de trap van het metrostation Centraal Station. Er is een trap die
naar beneden naar de hal van het station gaat. Als je de trap wilt nemen,
typ dan 'trap' (of >'t'). Als je terugwilt naar het plein, typ dan '@plein'.
er staat hier ook een bouwkeet voor de bouwvakkers van de (b). In grote
letters staat over de hele keet 'ALLEEN VOOR BOUWVAKKER' geschreven. Bij de
ingang van de zie je de infobalie (ib) en de helpdesk (h). Je kan vanaf hier
ook naar het damrak (d), en naar het tram- en busstation (tram). Je ziet een
bord met info voor nieuwe reizigers ('lees bord') hier.'
Dit is de eerste tekst die een nieuwe bezoeker van de 'Metro' in de Digitale
Stad tegenkomt. Grote kans dat een al gevorderde gebruiker de nieuweling
begroet met een vriendelijk 'hallo'. Met een simpel 'zeg' en daarna de tekst
kan de nieuwe 'reiziger' reageren en er is een digitaal gesprek
ontstaan.
Iedereen is welkom in de tekst-georienteerde Metro. Plaatjes of geluiden
kent de metro niet.
Vooroordelen blijken niet aanwezig te zijn. Ik denk hardop en typ: ,,De
ideale multiculturele wereld?''. ,,Ergens wel'', antwoord een vaste
bezoekster die zich de digitale naam Roos heeft aangemeten. Zij is
regelmatig te vinden in deze Nederlandstalige Multi-User Dungeon Object
Oriented kortweg MOO genoemd. Meerdere gebruikers kunnen gelijktijdig op het
programma zijn aangemeld en beschrijven gezamelijk een eigen wereld - ze
'bouwen' met hun fantasie. Alles is mogelijk, zolang het maar tekst is.
De metro is een ontmoetingsplaats waar de deelnemer zijn eigen huis niet
voor hoeft te verlaten. De enige voorwaarden om deel te worden van deze
digitale gemeenschap is een computerverbinding met De Digitale Stad (DDS) in
Amsterdam en de status van 'Bewoner van DDS'. Bewoner kan iedereen worden.
Het invullen van een -digitaal- formuliertje is voldoende, contributie wordt
niet gevraagd.
Wat begon als een grapje is inmiddels uitgegroeid tot een hechte gemeenschap
met bijna 3000 verschillende bezoekers en een vaste groep van ongeveer 400
mensen, veelal jongeren en studenten, met bijna allemaal hun eigen 'huisje'
in de Metro . ,,Het is inderdaad een soort gemeenschap wat zich uit in onder
andere kliekvorming'', vertelt Roos. Een andere -gebruiker genaamd Madbeef
was vrolijk het 'huisje' binnengekomen, begroette iedereen en valt haar bij:
,,Rangen en standen''. Roos zegt: ,,Rages''. Madbeef zegt ,,Vrienden en
betrokkenheid''. Al eerder vertelde ene Daphne me dat ze vele nieuwe
vrienden en kennissen had gekregen in de . Roos zegt ,,Huwelijken, roddels,
liefdes.'' En inderdaad zijn er echtparen 'getrouwd' door een vaste bezoeker
die zichzelf digitale rechter heeft verklaard en schuil gaat onder de naam
Hamar. Ook wordt er regelmatig een -roddelkrant vol geschreven over de
gebeurtenissen on-line. De beperking tot alleen maar tekst hindert de vaste
bezoekers niet. Mensen kunnen grinniken, lachen, huilen, boos zijn, verliefd
zijn. Gebruikers kunnen elkaar kussen, schoppen, aaien, en in geval van
(meestal kortdurende, relatieve) haat kan iemand zelfs een piano op een
andere gebruiker gooien of hem of haar laten luisteren naar muziek van Phil
Collins. De bezoeker kan 'rondlopen' op het Leidseplein, een lesje over
drugs krijgen in Speedo's Amphetamine Corner (te vinden in een 'Donkere
Steeg'), van de verslaving af komen in het 'Metro-afkickcentrum', alleen
zijn in de 'Stiltekamer' of gewoon gezellig onuitgenodigd op bezoek gaan bij
iemand thuis. De Metroer hoeft maar te beschrijven en programmeren. Zolang
een gebruiker fantasie heeft, zijn er nog mogelijkheden.
Toch is de digitale computermetro niet hetzelfde als een gemeenschap in het
echte leven. ,,De Metro is laagdrempeliger, mensen reageren spontaner'',
schrijft Roos. ,,Kijk maar naar mij'', typt Madbeef, ,,Ik kom hier binnen en
bemoei me meteen met het gesprek.'' Hij vervolgt: ,,Hoewel je anoniem bent,
heeft iedereen een eigen identiteit.'' Die persoonlijkheid kan overigens
verschillen van de identiteit die iemand heeft in het echte leven. Een
bezoeker bepaalt zelf wat anderen lezen als ze informatie opvragen over de
persoon in kwestie. Hier kunnen mannen ook zonder operatie vrouwen worden en
andersom.
Roos gaat verder en zegt: ,,Alles loopt hier door elkaar, er zijn punkers,
housers, noem maar op.'' Madbeef zegt: ,,De mensen zijn hier toleranter.''
,,Kijk, echte persoonlijke dingen zal ik hier niet vertellen over mij, want
de mensen waartegen ik praat zijn ook anoniem, dat werkt te terughoudend'',
schrijft Daphne. ,,Het verschil tussen echte vrienden en vrienden hier is
dat ik ze niet in het echte leven heb ontmoet. Natuurlijk is dat geen
absolute voorwaarde om een vriend te vinden, maar het helpt wel.''
Niemand weet, zonder dat de ander dat wil, hoe of wat de persoon in het
echte leven is. Desondanks zijn volgens Roos de meeste mensen eerlijk. Maar,
net als in iedere gemeenschap, zijn er ook lieden die zich misdragen. Het is
de taak van de Opperbouwvakkers om te zorgen dat de orde zowel technisch als
sociaal blijft bestaan. Diegenen die zich misdragen kunnen dus rekenen op
een waarschuwing of een sanctie, zoals het niet meer mogen bouwen. Overigens
speelt het leven van de Metrobewoner zich niet alleen digitaal af:
Regelmatig houden de bezoekers grote feesten, met de computer uit, wel te
verstaan.
|