Metro icon De Digitale Metro
Naar de Metro Voor beginners Programmeren Infrastructuur Sociaal Links
   
  Sociaal De Metro in de media  
Terug

Nieuw in de metro

Begin juni 1994, ruim twee jaar geleden kwam ik voor het eerst de Metro in. Wat de Metro was, wist ik nog niet, en ik was niet de enige. De Metro bestond toen net twee weken, en bijna niemand wist wat er nu eigenlijk allemaal kon, en dat kwam de sfeer alleen maar ten goede.

Ik ging naar binnen, en kwam terecht bij de ingang van de metro, bovenaan de trap van het metrostation. Op die plaats staat een bord met wat informatie voor nieuwe reizigers, onder andere hoe ze hun beschrijving kunnen instellen. Immers: in een wereld die alleen uit tekst bestaat, is alles zoals het beschreven staat. Ik maakte een beschrijving, die ik al lang weer vergeten ben. Ik herinner me alleen nog, dat die beschrijving ook echt een beschrijving van mezelf was. Creatiever zijn mag ook, maar hoeft uiteraard niet.

Vervolgens ging ik maar op stap. Eerst de trap af, naar de stationshal, en vervolgens nog eens de trap af naar het perron. Na een korte tijd kwam er een metro aanrijden, de deuren gingen open, en met het commando 'm' kon je instappen. Vervolgens gaan de deuren dicht, en zet de metro zich in beweging. Al vrij snel kwam de volgende halte in zicht; je kon uitstappen met het commando 'p' of nog even blijven zitten. Ik stapte uit bij station Nieuwmarkt. Na even rondgekeken te hebben op de Nieuwmarkt, en het metrostation, ging ik weer naar het perron, om terug te gaan naar het Centraal Station.

Een van de leuke dingen in de Metro is overgens dat je er zelf dingen kunt bouwen, zoals een huis, een plein, een stoel, of wat dan ook; het is zoals je het beschrijft. Om te kunnen bouwen, moet je overgens wel eerst bouwvakker worden, door een E-mailtje te sturen naar metro@dds.nl. Dat mailtje kost niet veel moeite en de volgende dag was ik al bouwvakker.

Als bouwvakker begint het leven in de Metro pas echt. Dan pas kun je wat de metro echt leuk maakt; zelf dingen bouwen. Dat bouwen ging best aardig, hoewel het nog wel lastig was om me van en naar mijn kamers te verplaatsen. Ik maakte op dat moment, net als veel andere metro-ers, nog gewoon gebruik van de metro zelf, of als ik haast had, liep ik door de tunnel. Toen ik het bouwen zelf een beetje onder de knie had, en ook het verplaatsen wat vlotter ging, omdat ik geleerd had hoe ik snel van de ene naar de andere plek kon 'teleporten', ging ik bezig aan wat ik eigenlijk al meteen had willen bouwen: een eigen metrolijn.

Het idee erachter was simpel: de 'echte' Amsterdamse metro, kwam niet langs de meest interessante plekjes in Amsterdam, dus ging ik bezig om mijn eigen, fictieve Metro Zuidlijn te bouwen. Ik had al een klein beetje metro-programmeertaal geleerd, genoeg om met allerlei programmaatjes die ik her en der vond mijn eigen metro te bouwen. Mijn eerste metro was een samenraapsel van stukjes code uit het opwind-eendje uit de tutorial, het blikje op het perron van Station Wibautstraat, waartegen je kon schoppen, en nog een paar dingen. De stijl van programmeren was niet helemaal geweldig, maar dat maakte mij niets uit: Het werkte immers.....

Mijn programmaatje had echter, zonder dat ik dat zelf echt in de gaten had, een van de gevaarlijkste contructies die je kunt maken in de Metro, namelijk een recursieve fork. Zo'n programma kan in bepaalde gevallen zoveel processoertijd innemen dat de Metro heel traag wordt, of zelfs crasht. Gelukkig viel het in dit geval mee, maar ik had de volgende dag wel een boos mailtje in mijn postbus van Mieg, de 'opperbouwvakker'. Ik heb daarna mijn metro een beetje aangepast, zodat 'ie geen risico meer vormt voor de Metro.

Tegenwoordig gebruikt bijna niemand meer de metrolijnen. Omdat veel meer mensen weten hoe de metro werkt, en wat je er mee kunt, leren nieuwe metro-ers tegenwoordig veel sneller hoe de Metro werkt. Op zich is dat natuurlijk erg goed, maar het is wel jammer dat ze daardoor wel die speciale sfeer missen, dat mysterieuze dat de Metro juist zo leuk maakte.

Sander