Terug
NEWBE
Johan is in slaap gevallen.
Brite werpt een boze blik naar Johan.
Brite vraagt "Is mijn conversatie zo oninteressant dat je ervan in slaap
valt?"
Brite zegt "Hallo?!? Johan, ben je er nog? Nou moe...'
Brite ben ik, of nou ja 'ik': Brite is mijn virtuele persoonlijkheid.
Bovenstaande situatie deed zich niet zo heel lang geleden voor.
Het begon eigenlijk allemaal in ons vriendinnenclubje. Ik haast mij om er
achteraan te zeggen: IRL (In Real Life). Destijds kwam zo'n afkorting me
hoogstens lachwekkend en absurd voor, inmiddels zijn dergelijke termen
volledig
geincorpereerd in mijn bestaan.
Maria, de jongste van ons allen, lokte ons één voor
één het NET op!
Tijdens onze wekelijkse bijeenkomsten vertelde ze fantastische anekdotes
over
haar leven als De Tas, (haar naam op het net). O, oo o, die
Tas-avonturen, we
hingen aan haar lippen! We zwijmelden bij de gedachten aan gevaarlijke
dubbellevens; verlangden naar Virtuele helden, opgebouwd uit zorgvuldig
gekozen
formuleringen; smachtten naar virtuele sex: de juiste woorden, de juiste
daden...
Natuurlijk verantwoorden we ons tegenover onze partners en familie
door te
spreken over 'de vloedgolf van informatie' en 'een toekomst vol
veranderingen!'
Ik had jaren geleden vol bewondering the Electronic Revolution van
William
Burroughs gelezen en beweerde dat ik nu als 34 jarige 'ouwe lul' de boot
niet
moest missen.
Eenmaal als vriendinnen onder elkaar vergeleken we onszelf zuchtend met
Emma
Bovary (niet omdat het leven ons verveelde, maar omdat ieder van ons een
gegronde redenen had het leven te ontvluchten!).
De Tas kwam met een artikeltje aanzetten, met prachtige plaatjes
-cyberpornografisch- van vier Australische kunstenaressen THE BITCHES OF
OZ:
vier dames die het Net onveilig maken. Een van hun uitspraken is: 'I love
to go
out there and get my cock sucked.'
Stoffeltje (wat een rare namen geven mensen zichzelf toch) was toen
gelijk
verkocht! En ik volgde haar een week later...
Eindelijk was het zover: het binaire systeem van mijn computer, de
nulletjes en
eentjes, zou via mijn modem worden omgezet in golven en die kronkelden op
hun
beurt door mijn telefoonlijn, waardoor ik opeens met de gehele wereld in
contact
kon treden. De computer waar ik eerst alleen maar dingen voor mezelf in
stopte,
zou nu dienen om met de hele wereld te communiceren...
Een kennis gaf me een demonstratie waar ik niet veel van begreep. Op
Teleac had
ik ooit een stuk van een cursus gezien, daar ging alles vloeiend en snel!
In
werkelijkheid duurde het laden van de plaatjes erg lang en was het nogal
gebrekkig en dat met een supersnel modem, tsss...!
Ik ging als gast de digitale stad in, meldde me aan als bewoner en na 48
uur kon
ik als Brite het net op!
Ik begreep dat er op de hele wereld moo 's zijn: mud object orientated.
Het
woord MUD staat voor Multi User Dungeon. Het woord MOO is het best te
beschrijven als een tekst-gerienteerde, virtuele (=niet rele) ruimte waar
meerdere gebruikers op dezelfde tijd gebruik van kunnen maken.
Ik stelde me een soort babbelbox voor, waar je met je computer op zit. Je
tikt
wat en andere spelers kunnen hierop reageren. Er zijn verschillende
ruimten
(vergelijkbaar met telefoonlijnen) waarop je kunt gaan zitten. Dus je
kunt met
z'n tween praten, maar ook met z'n zessen.. de METRO was zo'n MOO.
De METRO waar mijn vriendinnen het over hadden, kon ik niet vinden ook
werkte
mijn muis niet (als apple-gebuiker ben ik daar helemaal aan gewend).
Na meerdere pogingen lukte het me om bij de metro te komen. Daar stond ik
'boven
aan de trap van de metro' en had geen flauw idee hoe het verder moest...
Na een aantal minuten te hebben gewacht (door 'help' te tikken kreeg ik
lijsten
tekst die ik verbaasd las) en de wanhoop nabij (wat ben ik toch een kluns
dat ik
hier niets van snap) kwam er een reddende engel op me af. Vanuit het
niets
schoten zijn zinnen voorbij over mijn scherm.
Hij vertelde dat hij Johan heette en bouwvakker was. Ik gloeide van
blijdschap
en stelde me een steviggebouwde man met biceps voor, een kleine tatoo op
zijn
rechterarm. Ik was echter niet in staat om te reageren, ik deed blijkbaar
iets
verkeerds want de zinnen die ik intikte bereikte Johan niet.
Johan legde me de basisprincipes van communicatie in de metro uit, een
soort
kleine eenvoudige puzzeltjes die communiceren mogelijk maken. Alle zinnen
die
begonnen met 'Johan' tikte hij op zijn toetsenbord in. Als ik gebruik
maakte van
simpele codes (verbs) kon ik hem antwoorden. Vrij snel had ik de
basisbegrippen
door en verhit zat ik achter mijn machine...
Johan zegt "ik ga naar de film IRL."
Brite vraagt "IRL?"
Johan legt uit "In Real Life: The Flatliners. Oeps, moet weg!"
Brite zegt "die heb ik gezien!Ik heb er zelfs bij gehuild vanwege het
fijne
moraal."
Johan is in slaap gevallen.
Brite werpt een boze blik naar Johan.
Brite vraagt "Is mijn conversatie zo oninteressant dat je ervan in slaap
valt?"
Brite zegt "Hallo?!? Johan, ben je er nog? Nou moe...'
Toen ik De Tas opbelde en vertelde dat ik een opwindende bouwvakker was
tegengekomen, moest zij vreselijk lachen. Ik had het verkeerd begrepen
IRL was
Johan geen bouwvakker! Bouwvakker is een term voor een metroganger die
dingen
bouwt: bijv een (virtuele) kamer.
Toen zuchtte ik dat Johan bovendien van mijn geleuter in slaap viel! De
Tas
gierde. 'In slaap vallen' is een term die op het scherm verschijnt als je
uitgelogd bent. Kortom Johan had de computerverbinding verbroken. Volgens
de Tas
slapen de meeste bewoners in hun eigen huis, als ze dan weer inlogen
(contact
maken) worden ze wakker in hun eigen kamer.
"Maar je kunt natuurlijk ook ergens anders gaan slapen," zei ze, 'to get
your
dick sucked...'
'Door een bouwvakker!' antwoordde ik *smile*
WORDT VERVOLGD
Poppy@dds.nl (Ine Poppe)
|