Metro icon De Digitale Metro
Naar de Metro Voor beginners Programmeren Infrastructuur Sociaal Links
   
  Sociaal De Metro in de media  
Terug

Rosa's Kus

Ontspannen loop ik over het Plein in De Digitale Stad richting Fietsenstalling. Plots klinkt er een felle piep uit mijn compu en knalt er een oproep op het scherm: 'Rosa wil met je praten' (maar dan in 't Engels). Rosa? Ik ken helemaal geen Rosa. En wil ik eigenlijk wel met haar praten? Ach, het heeft eigenlijk wel iets aantrekkelijks, want hoe vaak word je nou op straat aangesproken door een vreemde vrouw? Een klein probleem is evenwel dat het hier om een conversatie via computers gaat, en ik me eerlijk gezegd nooit aan het chatten heb gewaagd. Opnieuw verschijnt haar oproep. Hetzelfde piepje en dezelfde boodschap, maar dit keer lijkt het wel alsof het piepje ongeduldiger klinkt en de boodschap indringender wordt afgebeeld. Ik probeer tijd te winnen en vraag mij hardop af of ik eigenlijk wel op meisjes val die Rosa heten. Maar ze gunt me geen bedenktijd en opnieuw klinkt een luide piep. Oké, ik wil haar best even spreken maar hoe start ik een chat? Rosa wordt nu echt ongeduldig. Piep, piep, piep. In godsnaam honey, hoe moet dat dan? Help me! Kennelijk werkt telepathie ook nog in het tijdperk van de nieuwe media, want mijn bede wordt verhoord. Piep, en op mijn scherm produceert ze het commando dat nodig is om een dialoog te starten.

'ntalk Rosa'

Geconcentreerd typ ik het commando over en activeer het commando met een return. Dan, na enige aarzeling, gebeurt het wonder: CONNECTION ESTABLISHED meldt de computer. Mijn scherm wordt zwart en in het midden verschijnt een horizontale stippellijn. Zou ik per abuis in een tennisspelletje beland zijn? Dit vertoont immers een opmerkelijke gelijkenis met het eerste computerspelletje waarbij de televisie nog als monitor diende. Echter het zijn geen ballen die onderaan het scherm verschijnen, maar letters. De letters worden woorden, de woorden worden zinnen. Zou het Rosa zijn?

'Hoi, leuk dat je een praatje wilt maken. Goh, Igor mooie login-naam heb jij zeg.'

Ja, ja, dat ken ik. Ze vindt het zeker ongepast om de ik-ben-hier-in-mijn-eentje-in-het-café openingszin te gebruiken en te zeggen: 'Haven't we met?' Maar toegegeven, het is toch wel erg sympathiek van d'r dat ze me op mijn schouders heeft getikt. Ze had tenslotte ook iemand anders kunnen aanspreken die op dat moment online was.

'Wat heb je aan'

kruipt er op het scherm te voorschijn. Hé joh, hou eens op, ik heb net m'n middagmaal achter de kiezen en nu dit. Maar ik blijk te voorbarig. De boodschap is nog niet af. Het letterwormpje groeit aan met

'zitten modderen om in de chat-mode te komen. Doe je dit voor het eerst?'

In de bovenste helft van het scherm - mijn helft van het tennisveld - schrijf ik dat dit gesprek voor mij inderdaad de eerste keer is. Voorzichtig maken we kennis. Heel voorzichtig. Na het uitwisselen van een zin of twintig vraagt ze me of ik meega naar de Metro in de Digitale Stad. Tjeezus, wat ben je van plan? Via het scherm dicteert ze mij de code die ik moet intypen.

'telnet dds.nl 902'

Als ik de geheimtaal lees voel ik opnieuw een lichte aarzeling. Zou ik mij werkelijk in dit avontuur storten? Haar aanpak en brutaliteit is echter zeer verleidelijk. Zo aanlokkelijk als het gezang van Sirenen. Odysseus was zo slim om dopjes in z'n oren te stoppen, waardoor hij koers kon houden. Ik probeer de lokroep te weerstaan door snel de computer op zwart te zetten. Ik ben helaas net een fractie van een seconde te laat bij de brightness-knop van het beeldscherm en kan niet anders dan haar instructies volgen. Gebiologeerd typ ik de code over. Bij elke aanslag vermindert mijn vrees; Odysseus kon niet zwemmen, ik wel. Een return bezegelt mijn lot en ik donder de trappen af naar de Metro. Waar ben ik? Op mijn scherm rollen in hoog tempo uitspraken voorbij die ik niet begrijp, van mensen die ik niet ken.

Mieg: Kun je objectnummer #666 ff @chowen naar #55247

Guffie: Hé, ik kan niet in je kamer komen. staat je .free_entry op ) of zo???

Lepper: @#$%^#%$%^ LAG!!!

Wat is hier aan de hand? Waar ben ik? Is dit een oude-mannensociëteit, een virtuele dark room misschien? En Rosa, waar is Rosa? Ze zal me hier toch niet laten ronddolen?

Mieg: Dat @chowen is in orde zo.

Hou op met je @chowen, ik kom voor Rosa. Seconden verstrijken als uren, maar ik dwaal nog steeds in het donker in een mij volstrekt onbekende omgeving.

Dan zegt Rosa: 'Hoi, Igor. Was je er al?'

Opgelucht lees ik haar vriendelijke woordjes, die bijna geplet worden door de zinnen die overlopen van onbegrijpelijk Metro-jargon. Ze schrijft dat ze met vertedering mijn hulpeloosheid heeft gadegeslagen. Afgewisseld door de onbegrijpelijke mededelingen, reikt Rosa mij de commando's aan die mij in staat moeten stellen ook zelf wat te zeggen. Rosa schrijft: Door accenttekens te gebruiken kunnen de anderen in de Metro ons gesprek niet lezen. Dus als je schrijft: 'Rosa "Ben je daar?" dan fluister je als het ware in m'n oor, zonder dat iemand het opmerkt.' De fluistermode, dat lijkt me een goed plan, dan kan tenminste niemand zien dat ik hier voor het eerst ben. Na enig zoeken vind ik het accentteken op mijn toetsenbord. Linksboven, verscholen onder de tilde.

Fluister, fluister, fluister. Ik heb in geen jaren zo veel gefluisterd. Laat staan in de oren van een mij onbekende vrouw. De stroom boodschappen waar ik geen touw aan vast kan knopen lardeert ons geheimzinnige gefluister laag na laag als in een Big Mac. Onbegrijpelijk, maar spannender dan elk willekeurig gesprek dat je oppikt in trein of tram. Het is een bijzondere belevenis: de mensen zijn ook zo aardig tegen elkaar. Iedereen die zich als nieuwe Metro-gast meldt, wordt uiterst vriendelijk onthaald met een uitvoerig begroetingsritueel. Dit fascineert, dit boeit, dit verslaaft misschien wel.

Flair: Heb je misschien wat quota voor me?

En dan - midden in een steeds ontspannender wordende conversatie met Rosa - word ik door een zekere Anna om de hals gevallen. Vurige zoenen, ja zelfs op mijn mond. Volgens een mededeling achter de prompt verschijnt er zelfs een heuse zoenplek in mijn hals. En Rosa dan? Ik was toch met Rosa? Donder op, het lijkt hier wel Cuba. Daar willen vrouwen ook maar één ding. Of beter: twee dingen, eerst Coca-Cola en dan nooit meer loslaten. Maar de sexual harrasment is al weer ten einde. Anna doet een stapje terug en Rosa kruipt weer naast me. Naast me? Wie weet woont ze wel tien openbaar vervoersstrippen van me verwijderd. Rosa fluistert al weer lieve woordjes in mijn oor. Ik krijg geen brutale zoen, maar slingers die ze om mijn nek hangt. Ik ben verrast en dank haar voor8 het gebaar. Of had ik eigenlijk liever ook een zoen van haar willen hebben? Ik weet het niet meer. Zou daar ook een apart commando voor zijn? Iets met 'O' of '=' ? Het gaat allemaal zo snel. Te snel. Mijn vingers worden moe van het typen. En mijn voorstellingsvermogen laat me ook steeds meer in de steek. Hoe zat het nou ook al weer met die fluistercommando's. Doe ik dat nog steeds goed, of gebruik ik de verkeerde tekens en zit iedereen lekker mee te genieten? Rosa, ik weet 't niet meer, ik wil er uit!

Yoo: kan je hem even pagen?

Sorry Rosa en al die anderen, ik moet nodig een blokje om. Even naar buiten, dit gaat echt te hard. Al die instructies, al die teksten die over mijn scherm knetteren. Ik raak helemaal in de war.

'Rosa, help me - ik wil er uit. Ik zie je morgen of een andere keer. Het was prachtig dat je me hier naar toe bracht, maar nu eerst wat frisse lucht.'

Met enige aarzeling, of verbeeld ik het mij, verschijnt het verlossende commando op het scherm.

'toets: @plein als je afscheid wilt nemen. groetjes Rosa'

Ik groet haar op mijn beurt en beloof gauw terug te komen. Met een zoen op mijn voorhoofd verlaat ik de Metro en open mijn ogen op het Plein van de Digitale Stad. Als nooit tevoren neem ik de huizen en winkels waar. Het Postkantoor, het smalle steegje. Direct achter mij het fietspad. Wat een drukte, iedereen loopt gehaast door elkaar. Of verbeeld ik het me? Nee heus, het is er echt allemaal, zo tastbaar als de toetsen van mijn keyboard. Ik heb de onwerkelijkheid van de Metro verlaten en stap de werkelijkheid van de Digitale Stad binnen. Met de pijltjestoets stuur ik behoedzaam en menugestuurd naar de uitgang. Voor de zekerheid vraagt de computer: Wilt u de Stad echt verlaten? [Ja]-zeker, en ik krijg eindelijk weer de Unix-prompt in zicht. De finale letters e x i t komen slechts met moeite uit mijn verkrampte vingers. In het telefoontoestel klinkt een droge klik. Logout. Diskenekted! Power off.

Langzaam doemt Amsterdam voor mijn raam op. Het is alsof de stad enkele uren in een dikke mist gehuld ging. Ik zie pakhuizen, een vuilniswagen en drie toeristen die tegen de wind in de kaart van Amsterdam proberen uit te vouwen. Ben ik nou weer terug, of moet ik nog drie werkelijkheidsschillen passeren? Ik knijp, zoals dat gebruikelijk schijnt te zijn in dit soort situaties, eens flink in mijn arm. Dat doet pijn en ik zie dat ik in mijn linker hand een strippenkaart vasthoud. Een verse stempel prijkt op het hemelsblauwe kaartje: 5700 18di1430, oftewel de stempelautomaat van het metrostation Amsterdam C.S. Maar ik ben vandaag de hele dag nog niet de deur uit geweest! 'Verité au deça des Pyrénees, erreur au delà,' schreef Pascal reeds in zijn Pensées. Oftewel: Wat aan de ene kant van de dijk waar mag zijn, is aan de andere kant van het duin een leugen.

N.B. Elke overeenkomst met bestaande personen berust op louter toeval, met uitzondering van de zwerver voor de ingang van metrostation Amsterdam CS.

RvW